Blessures, tja… welke sporter heeft er niet mee te maken? Blessures vormen een van de grootste tegenslagen in de carrières van amateur- en topsporters. Praktisch elke sporter krijgt wel een keer in zijn loopbaan te maken met blessures, en daar ben ik helaas geen uitzondering op.
Ik begon op mijn achtste met hockeyen. Een fantastische sport, al vind ik zelf. Er was voor mij niks beters dan samen met je teamgenoten op een hockeyveld proberen de bal in de goal te krijgen. Van mijn achtste tot mijn 18e bleef ik praktisch blessurevrij. Ik heb in de drietallen (de jongste leeftijdscategorie) één wedstrijd gemist door een oorontsteking en in de B (onder 16) twee wedstrijden met wat rugklachten. That’s it.
Tot ik ging studeren, ging alles op sportief vlak mij vrijwel voor de wind. Echter, tijdens een van de eerste trainingen met het eerste mannenteam van Maastricht, mijn club destijds, moest ik uitstappen met hartritmestoornissen. Deze kwamen uit het niets opzetten en geven mij nog altijd problemen. In mijn tweede seizoen scheurde ik mijn hamstring, een scheur van ongeveer acht centimeter waar ik 10 weken van heb moeten herstellen. In mijn derde seizoen, bij een andere club, weliswaar tegen Maastricht, maakte ik een ongelukkige val en blesseerde ik mijn schouder. Auch.
Er zat een scheur in mijn labrum, een stukje kraakbeen dat de kop van de schouder stabiliseert. Ik sluit niet uit dat er nog verdere schade was aan het gewricht. In de maanden die hierop volgden werd mijn schouder steeds kwetsbaarder en stapelden de blessures zich op. Een sub luxatie, waarbij de schouder gedeeltelijk in en uit de kom schuift, gebeurde soms twee à drie keer per wedstrijd. Ik hield dit verborgen voor mijn teamgenoten en coaches, omdat ik het team wilde helpen en niet wilde stoppen met hockeyen. Toen ik weer een heftige val maakte en mijn schouder echt weer een flinke klap te verwerken kreeg besloot ik te stoppen en onder het mes te gaan.
Omgaan met een langdurige blessure vond ik, zeker in het begin, extreem lastig. Ik heb deze periode bepaalde fases doorlopen, die je kan vergelijken met een rouwproces. Volgens het Kubler-Ross model komt dit overeen met de vijf fases van rouw:
– Ontkenning: In deze fase probeerde ik gedachtes over mijn blessure zo veel mogelijk te vermijden. Ondanks dat ik wist dat ik een lange revalidatie tegemoet ging, probeerde ik mezelf ervan te overtuigen dat mijn blessure wel meeviel, en dat het op de een of andere manier uit zichzelf zou herstellen.
– Boosheid: Omdat ik vrij lang ben blijven doorspelen met deze blessure, was ik boos op mezelf dat ik er niet eerder wat aan gedaan heb. Als ik gelijk had gekozen voor een operatie was ik inmiddels al hersteld. Ik was boos op de scheidsrechter die niet eens floot voor een overtreding nadat ik opzichtelijk en gevaarlijk onderuit werd gehaald. Ik was boos op de artsen die me telkens weg stuurde of zeiden dat er niks serieus aan de hand was. Onder deze woede schuilde veel pijn.
– Onderhandelen: Dit is de fase waarin je gaat onderhandelen, als poging om onder de negatieve situatie uit te komen. Ik had bijvoorbeeld gedachtes als: “als ik me alleen maar bezig houdt met revalideren, kost het me misschien maar een half jaar om te herstellen.” Of: “misschien kan ik al wel na een paar maanden beginnen met trainen op het veld.”
– Depressieve gevoelens: Wanneer je de realiteit onder ogen gaat zien, ga je voelen wat de blessure met je doet. Gevoelens als verdriet, depressiviteit en angst kunnen dan de boventoon voeren. Angst voor het onzekere, omdat je niet weet wat er gaat gebeuren nu je niet verder kan met je sport. Ik merkte dat ik bang werd om opnieuw geblesseerd te raken. En dat ik niet meer wist wat ik zou moeten doen als hockey weg zou vallen. Ik zocht mijn heil in het Arnhemse uitgaansleven.
– Acceptatie: Daarna komt vaak de acceptatie. Je accepteert dat de situatie is zoals hij is en probeert er het beste van te maken. Je kunt dan gedachten hebben zoals: “De blessure is er, daar kan ik niets meer aan veranderen, maar waar heb ik nog wel invloed op? Wat kan ik nog wel doen?” Bij mij duurde het ongeveer een half jaar voordat ik besefte dat mijn gevoelens proberen weg te drinken me niet verder ging helpen. Nu ik op zondag niet zelf meer speelde, gaf dit de ruimte om een senioren team te coachen. Ik besloot me hier volledig op te storten en hervond weer mijn plezier in de sport. Het moeilijkste, maar tegelijkertijd het allerbelangrijkste, is dat je je gaat richten op wat je wel kan en zo min mogelijk op wat je niet kan.
De wetenschap toont aan dat elke sporter die een serieuze blessure ervaart, deze fases doorloopt. Niet altijd in deze volgorde, maar elke fase komt wel een keer naar voren. Ik zou iedereen die een serieuze blessure meemaakt adviseren om iemand te zoeken, binnen en/of buiten jouw directe omgeving, die met jou kan sparren om niet alleen fysiek, maar ook psychologisch te revalideren van een heftige blessure. Ik heb te laat aan de bel getrokken en ik geloof dat dat eraan heeft bijgedragen dat ik vroegtijdig ben gestopt.